des te
Uiterlijk
- des te
- vaste verbinding van "des", de genitief van het aanwijzend voornaamwoord dat, als verwijzing naar een oorzaak, en het bijwoord te, als versterking van de vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord [1][2]
des te
- zo nog, daardoor juist
- Het woord 'des te' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ te (bij een comparatief) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Jacqueline Bel“Bloed en rozen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945.”, 3de, herziene druk (2018), Prometheus, Amsterdam, ISBN 978 90 351 3047 0, p. 111
- ↑ Weblink bron Inger Leemans & Gert-Jan Johannes“Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek.”, 2de druk (2017), Bert Bakker, Amsterdam, ISBN 978 90 351 3045 6, p. 563