derdenbeding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- der·den·be·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van derde en beding met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | derdenbeding | derdenbedingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het derdenbeding o
- (juridisch) overeenkomst, waarbij de bedinger zijnerzijds te presteren belooft, als de belover een bepaalde prestatie jegens een derde levert, op grond waarvan de derde na aanvaarding het recht verkrijgt om de prestatie te vorderen
Synoniemen
- drie-partijen-overeenkomst
- juridisch Latijn:
- (België): stipulatio alteri
- (Nederland): pactum in favorem tertii
Verwante begrippen
- (partijen): stipulator ‘bedinger’, promittens of promissor ‘belover’, alteri of tertius ‘derde begunstigde’, penitus extraneus ‘absolute derde’
Vertalingen
1. overeenkomst ten gunste van een derde die normaal erbuiten blijft
Gangbaarheid
- Het woord derdenbeding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.