derangeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ran·geer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
derangeren |
derangeerden
- meervoud verleden tijd van derangeren
- Wij derangeerden.
- Jullie derangeerden.
- Zij derangeerden.
- Wij derangeerden.
vervoeging van |
---|
derangeren |
derangeerden