deprivatie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deprivatie (hulp, bestand)
- IPA: /depriˈvaʦi/
Woordafbreking
- de·pri·va·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tekort aan zintuiglijke ervaringen of slaap’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
- Naamwoord van handeling van depriveren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deprivatie | deprivaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
deprivatie v
- (medisch) een gemis dat leidt tot ziekteverschijnselen
- het (doen) ontberen van iets nodigs of aangenaams
- Het is een algemeen gegeven dat kinderen die op zeer jonge leeftijd naar Vlaanderen komen, minder lang hebben blootgestaan aan mogelijke vormen van verwaarlozing en deprivatie. [3]
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord deprivatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "deprivatie" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "deprivatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ deprivatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ blz. 80: Adolescentie en interculturele adoptie, door Stefan Bogaerts, Gilbert van Aelst, Lieve Blockmans, Vreugdezaaiers (Group) Uitgegeven door Garant, 1998 ISBN 9053507167, ISBN 9789053507162
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 71 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %