dengue

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • den·gue
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Spaanse 'dengue' [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dengue dengues
verkleinwoord denguetje denguetjes

Zelfstandig naamwoord

de denguev / m

  1. (medisch) een besmettelijke tropische ziekte die wordt veroorzaakt door het denguevirus. Tot de symptomen behoren koorts, hoofdpijn, spierpijn en gewrichtspijn, en een kenmerkende huiduitslag die lijkt op die van de mazelen
Synoniemen

Gangbaarheid

48 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen