demystificeert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mys·ti·fi·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
demystificeren |
demystificeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demystificeren
- Jij demystificeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demystificeren
- Hij demystificeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van demystificeren
- Demystificeert!
Gangbaarheid
- Het woord demystificeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.