demobilisant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mo·bi·li·sant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van demobiliseren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demobilisant | demobilisanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de demobilisant m
- iemand die demobiliseert
Gangbaarheid
- Het woord 'demobilisant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.