dementi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·men·ti
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dementi | dementi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het dementi o
- logenstraffing, ontkenning, contradictie
- zichzelf een dementi geven: woordbreuk plegen
Gangbaarheid
- Het woord dementi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dementi" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be