delibereerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·li·be·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
delibereren |
delibereerde
- enkelvoud verleden tijd van delibereren
- Ik delibereerde.
- Jij delibereerde.
- Hij, zij, het delibereerde.
- Ik delibereerde.
vervoeging van |
---|
delibereren |
delibereerde