dekzool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dek·zool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dekzool
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekzool

  1. bovenste deel van een zool van een schoen of laars waarop de voet rust
     In de dekzool van onze schoenen drukken wij naast de letter van de schoenwijdte ter verduidelijking ook nog de opmerking' extra wijd' en de begrippen XL (H) , XXL (K) of XXXL (M). Bij Sioux wordt de schoenwijdte ook op elke schoenendoos en in de dekzool van de schoenen gedrukt en wordt zij bovendien in onze online shop onder de detailfoto bij de productinformatie aangegeven.[1]

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Sioux
    “WAAROM ZIJN ER VERSCHILLENDE SCHOENWIJDTEN? WAT BETEKENEN DE LETTERS F, G, H OF K?” (22-5-2020), Sioux
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be