dekzool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dek·zool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dek zn en zool zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekzool | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dekzool
- bovenste deel van een zool van een schoen of laars waarop de voet rust
- ▸ In de dekzool van onze schoenen drukken wij naast de letter van de schoenwijdte ter verduidelijking ook nog de opmerking' extra wijd' en de begrippen XL (H) , XXL (K) of XXXL (M). Bij Sioux wordt de schoenwijdte ook op elke schoenendoos en in de dekzool van de schoenen gedrukt en wordt zij bovendien in onze online shop onder de detailfoto bij de productinformatie aangegeven.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'dekzool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dekzool" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Sioux“WAAROM ZIJN ER VERSCHILLENDE SCHOENWIJDTEN? WAT BETEKENEN DE LETTERS F, G, H OF K?” (22-5-2020), Sioux
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be