deklaag
Uiterlijk
- dek·laag
- samenstelling van dek ww en laag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deklaag | deklagen |
verkleinwoord | deklaagje | deklaagjes |
- (bouwkunde) bedekkende verflaag
- ▸ Tien donkere deuren, om de zes meter aan elke kant één. Op de bruine deklaag stond in het wit in twee talen een aanduiding.[1]
- (bouwkunde) bedekkende gesteentelaag
- bovenste laag van enige beschutting o.a. (plantkunde)
- (bouwkunde) bovenste rij stenen van een muur
- Het woord deklaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deklaag" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %