dekentjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dekentjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdekəncəs / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈdekəɲcjəs/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdekəɲcjəs/
Woordafbreking
- de·ken·tjes
Zelfstandig naamwoord
de dekentjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord deken