degouteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: degouteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·gou·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
degouteren |
degouteerde
- enkelvoud verleden tijd van degouteren
- Ik degouteerde.
- Jij degouteerde.
- Hij, zij, het degouteerde.
- Ik degouteerde.