definieert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·fi·ni·eert

Werkwoord

vervoeging van
definiëren

definieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van definiëren
    • Jij definieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van definiëren
    • Hij definieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van definiëren
    • Definieert!