definieert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: definieert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·fi·ni·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
definiëren |
definieert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van definiëren
- Jij definieert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van definiëren
- Hij definieert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van definiëren
- Definieert!