deelnamen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·na·men

Werkwoord

vervoeging van
deelnemen

deelnamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van deelnemen
    • ...dat wij deelnamen. 
    • ...dat jullie deelnamen. 
    • ...dat zij deelnamen. 

Zelfstandig naamwoord

de deelnamenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord deelname