deden dienst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·den dienst
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dienstdoen

deden dienst

  1. meervoud verleden tijd van dienstdoen
    • Wij deden dienst. 
    • Jullie deden dienst. 
    • Zij deden dienst. 


Gangbaarheid