deconfessionaliseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·con·fes·si·o·na·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deconfessionaliseren |
deconfessionaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van deconfessionaliseren
- Ik deconfessionaliseerde.
- Jij deconfessionaliseerde.
- Hij, zij, het deconfessionaliseerde.
- Ik deconfessionaliseerde.