declineerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cli·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
declineren

declineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van declineren
    • Ik declineerde. 
    • Jij declineerde. 
    • Hij, zij, het declineerde.