declasseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: declasseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·clas·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
declasseren |
declasseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declasseren
- Ik declasseer.
- gebiedende wijs van declasseren
- Declasseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van declasseren
- Declasseer je?