decimool

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  decimool    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·ci·mool

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het Latijnse decem (tien)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	decimool	decimolen
verkleinwoord	decimooltje	decimooltjes

Zelfstandig naamwoord

de decimool v / m

1. (muziek) een groepje met een van het gewone patroon afwijkend aantal van tien muzieknoten of rusten

   • Als symbool voor de decimool markeert men negen gewone nootsymbolen met een toevoeging, bijv.: “10” of “10:9”. 

Verwante begrippen

• duool, triool, kwartool, kwintool, sextool, septool, octool, novemool

Vertalingen

    1. decimool   

Gangbaarheid

• Het woord 'decimool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.