debuteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van debuteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		debuteren			te debuteren
	toekomend		zullen debuteren			te zullen debuteren
voltooid	tegenwoordig		hebben gedebuteerd			te hebben gedebuteerd
	toekomend		gedebuteerd zullen hebben			gedebuteerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	debuterend		gedebuteerd			ev. debuteer	mv. verouderd debuteert	debutere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	debuteer	debuteert	debuteert	debuteert	debuteert	debuteren	debuteren	debuteren
verleden (o.v.t.)	debuteerde	debuteerde	debuteerde	debuteerde	debuteerde	debuteerden	debuteerden	debuteerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal debuteren	zult/zal debuteren	zult/zal debuteren	zult debuteren	zal debuteren	zullen debuteren	zullen debuteren	zullen debuteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou debuteren	zou debuteren	zou(dt) debuteren	zoudt debuteren	zou debuteren	zouden debuteren	zouden debuteren	zouden debuteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedebuteerd	hebt gedebuteerd	hebt/heeft gedebuteerd	hebt gedebuteerd	heeft gedebuteerd	hebben gedebuteerd	hebben gedebuteerd	hebben gedebuteerd
verleden (v.v.t.)	had gedebuteerd	had gedebuteerd	had gedebuteerd	hadt gedebuteerd	had gedebuteerd	hadden gedebuteerd	hadden gedebuteerd	hadden gedebuteerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedebuteerd hebben	zal/zult gedebuteerd hebben	zult/zal gedebuteerd hebben	zult gedebuteerd hebben	zal gedebuteerd hebben	zullen gedebuteerd hebben	zullen gedebuteerd hebben	zullen gedebuteerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedebuteerd hebben	zou gedebuteerd hebben	zou/zoudt gedebuteerd hebben	zoudt gedebuteerd hebben	zou gedebuteerd hebben	zouden gedebuteerd hebben	zouden gedebuteerd hebben	zouden gedebuteerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gedebuteerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gedebuteerd				er is gedebuteerd
verleden	er werd gedebuteerd				er was gedebuteerd
toekomend	er zal gedebuteerd worden				er zal gedebuteerd zijn
voorwaardelijk	er zou gedebuteerd worden				er zou gedebuteerd zijn