deblokkeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deblokkeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·blok·keert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deblokkeren |
deblokkeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deblokkeren
- Jij deblokkeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deblokkeren
- Hij deblokkeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van deblokkeren
- Deblokkeert!