de facto
Uiterlijk
- de fac·to
de facto
- in feite, wat in de praktijk geschiedt, eventueel in contrast met wat er in theorie of juridisch zou moeten plaatsvinden.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘feitelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1510 [1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord de facto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- IPA: /dɛfakto/
- de fac·to
de facto
- Zie Wikipedia voor meer informatie.