datalek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·ta·lek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van data zn en lek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | datalek | datalekken |
verkleinwoord | datalekje | datalekjes |
Zelfstandig naamwoord
het datalek o
- (informatica) het opzettelijk of onopzettelijk vrijgeven van beveiligde informatie aan een onvertrouwd publiek
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'datalek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.