dansvlieg
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dans·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dans zn en vlieg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dansvlieg | dansvliegen |
verkleinwoord | dansvliegje | dansvliegjes |
Zelfstandig naamwoord
- (tweevleugeligen) insect uit de familie Empididae uit de onderorde van vliegen die leven van andere vliegen. Wereldwijd zijn er ongeveer 2500 soorten bekend. In Nederland en België zijn er meer dan 200 soorten bekend. Het geslacht evenals de familie danken hun naam aan het feit dat de vliegen in zwermen zigzaggend en in bochten vliegen. De mannetjes hebben dan een dode vlieg bij zich, die ze aan de vrouwtjes geven, waarna de paring volgt
Hyperoniemen
Hyponiemen
- akkerdisteldansvlieg, donkere driestreepdansvlieg, gekraagde dansvlieg, gele dansvlieg, gestekelde eenstreepdansvlieg, gewone eenstreepdansvlieg, grote dansvlieg, heidedansvlieg, klompdansvlieg, lichte driestreepdansvlieg, lijsterbesdansvlieg, Limburgse eenstreepdansvlieg, roodgrijze dansvlieg, tweestreepdansvlieg, vleugelvlekdansvlieg, wilgendansvlieg, zevenbladdansvlieg, zilvervlekdansvlieg, zwarte dansvlieg, zwartvoetdansvlieg
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'dansvlieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.