danssector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dans·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord danssector danssectoren
danssectors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de danssectorm

  1. (dans) (economie) bedrijfstak die betrokken is bij het dansen
     Als eerbetoon aan Anne Faber komt creatieve werkplek Het Huis Utrecht met een naar haar genoemde beurs. De toelage is voor een nieuwe generatie zakelijk leiders in de theater- en danssector.[1]
     Koumans verwacht dat de motie voor onderzoek wordt aangenomen. "Het zal voor mij een ontlading zijn. Daarnaast hoop ik dat er in de tussentijd snel een overkoepelend meldpunt komt voor grensoverschrijdend gedrag in de hele danssector, met korte lijnen naar de politie, juristen en hulpverlening."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Culturele beurs als eerbetoon aan Anne Faber” (Donderdag 30 november 2017, 16:08), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron
    Eva Munnik
    “Roep om onafhankelijk onderzoek naar misbruik in de danswereld” (Woensdag 13 oktober 2021, 06:35), NOS