dankrede
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dank·re·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dank zn en rede zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dankrede | dankredes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- toespraak waarin men iets of iemand bedankt of eert
Gangbaarheid
- Het woord dankrede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Piet van Asseldonk“Koningspaar en Duitsland koesteren elkaar” (07-02-2015), NOS
- ↑ Weblink bron Hans Janssen“Aftrap Willem Wilmink Festival” (12-05-2009), Tubantia