damde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dam·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dammen |
damde
- enkelvoud verleden tijd van dammen
- Ik damde.
- Jij damde.
- Hij, zij, het damde.
- Ik damde.
vervoeging van |
---|
dammen |
damde