dalmatiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dalmatiek
Uitspraak
Woordafbreking
  • dal·ma·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dalmatiek dalmatieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dalmatiekm

  1. (religie) halflang misgewaad van een diaken
Vertalingen

Gangbaarheid

36 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen