daklozenopvang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dak·lo·zen·op·vang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | daklozenopvang | daklozenopvangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het daklozenopvang o
- een opvangplek waar daklozen eten kunnen krijgen en/of kunnen overnachten
- Het daklozenopvang werd door de gemeente opgezet.