dagzoom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dag·zoom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagzoom | dagzomen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dagzoom m
- (geologie) waar een gesteente aan het oppervlak komt
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dagzoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagzoom" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ dagzoom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be