dagwaarde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagwaarde dagwaarden
dagwaardes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dagwaardev

  1. de waarde die iets of iemand op een bepaalde dag heeft
     Katies dagwaarde zou stijgen als ze minder vaak kwam. Jammer genoeg brengt ze dat niet op. Ze heeft nu tenminste nog een moeder.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132