dagsucces

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·suc·ces
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagsucces dagsuccessen
verkleinwoord dagsuccesje dagsuccesjes

Zelfstandig naamwoord

het dagsucceso

  1. (sport) winst die men in een eendaagse wedstrijd behaalt
     Dagsucces en eindzege Brambilla; Mollema derde in eindklassement[1]
     Kragh Andersen schreef eerder deze Tour de France ook al de veertiende etappe op zijn naam. De overwinning van de 26-jarige Deen betekende het derde dagsucces voor Sunweb deze Ronde van Frankrijk.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Dagsucces en eindzege Brambilla; Mollema derde in eindklassement” (Zondag 21 februari 2021, 16:55), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Kragh Andersen soleert naar tweede ritzege Tour de France” (Vrijdag 18 september 2020, 17:21), NOS