dacht terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dacht te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugdenken

dacht terug

  1. enkelvoud verleden tijd van terugdenken
    • Ik dacht terug. 
    • Jij dacht terug. 
    • Hij, zij, het dacht terug. 


Gangbaarheid