daarjeens

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

Voornaamwoordelijk bijwoord

daarjeens

  1. daartegenover, daarjegens
    «Ek is na hierdie toer wel besonder onder die indruk van die wydverspreide gebruik van Afrikaans en die algemene vriendelikheid daarjeens
    Ik ben na deze tocht wel bijzonder onder de indruk van het wijdverbreide gebruik van het Afrikaans en de vriendelijke houding ertegenover.