désarticulent

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
désarticuler

désarticulent

  1. derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van désarticuler
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van désarticuler