désarticule
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
désarticuler |
désarticule
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van désarticuler
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van désarticuler
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van désarticuler