déjeuner
Uiterlijk
- via Middelfrans desjeûner, op te vatten als afgeleid van jeûner ww "vasten" met het voorvoegsel de-; cognaat met dîner
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
déjeuner de.ʒœ.ne |
déjeunais de.ʒœ.nɛ |
déjeuné de.ʒœ.ne |
eerste groep | volledig |
déjeuner
- overgankelijk lunchen (sinds 19e eeuw in Frankrijk)
- overgankelijk ontbijten (oorspronkelijk; België, Canada, Zwitserland, regionaal)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
déjeuner | le déjeuner | déjeuners | les déjeuners |
déjeuner m
- middagmaal, lunch (sinds 19e eeuw in Frankrijk)
- ochtendmaal, ontbijt (oorspronkelijk; België, Canada, Zwitserland, regionaal)