cytokine

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·to·ki·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cytokine cytokines
cytokinen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cytokinev

  1. (medisch) eiwitten die het afweerreactie van het immuunsysteem reguleren
     Het gaat om patiënten met een longontsteking door covid-19 en die getroffen worden door een zogeheten cytokinestorm, een overreactie van het afweersysteem die overal in het lichaam ontstekingen veroorzaakt. Het Cytokine Storm Syndroom (CSS) komt bij meer infectieziekten voor en bij ongeveer een kwart van alle covid-19-patiënten die in het ziekenhuis belanden.[1]
     Cytokinen zijn eiwitten die het afweerreactie van het immuunsysteem reguleren. Er zijn twee soorten cytokinen: ontstekingsbevorderende en ontstekingsremmende. Een subtiel samenspel van beide zorgt ervoor dat het afweersysteem een infectie de baas wordt. Maar een overmatige productie van ontstekingsbevorderende cytokinen kan juist een veel ernstiger beloop van de infectie veroorzaken.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Drastische verbetering ziekste covid-19-patiënten door experimentele behandeling” (Dinsdag 21 juli 2020, 12:03), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “20 kinderen in Nederland met nieuwe ernstige ziekte, mogelijk door corona” (Maandag 25 mei 2020, 13:51), NOS