cystisch

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cys·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cystisch cystischer
verbogen cystische cystischere
partitief cystisch cystischters -

Bijvoeglijk naamwoord

cystisch

  1. met holtes, holte vormend
     Julie overleed eerder deze maand aan cystische fibrose.[1]
     Het Zorginstituut, dat de regering adviseert welke geneesmiddelen in het basispakket moeten worden opgenomen, concludeerde al eerder dat Orkambi te duur was. Het middel geeft sommige patiënten met een bepaald type taaislijmziekte of cystische fibrose meer lucht. Maar dat effect is zo klein dat het medicijn volgens het Zorginstituut zijn hoge prijs niet waard is.[2]
Synoniemen


Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Lichaam overledene gestolen uit de kist” (23 aug. 2015), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron “’Te duur’ medicijn taaislijmziekte niet vergoed” (23 mei 2017), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be