cypers

Nederlands

Een cyperse kat met een bruin makreelpatroon.

Uitspraak

• Geluid:  cypers    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsipərs / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• cy·pers

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van Cyprus

	stellend
onverbogen	cypers
verbogen	cyperse
partitief	cypers

Bijvoeglijk naamwoord

cypers

1. (bij katten) met een bepaalde tekening in de vacht, bestaande uit onregelmatig gevormde strepen en langgerekte vlekken dwars op de lengterichting, in verschillende kleuren, vaak bruingrijs

   • Bij het zien van Tygo en Tasja kreeg Goscha tranen in de ogen: Tonio had haar zoveel over zijn Noorse boskatten verteld. Ze probeerde de twee aan te halen, maar misschien omdat ze Goscha's katten roken (een cyperse en een `schildpad'), bleven ze op afstand. Ja, wat moesten zij, met hun trotse stamboom en noordelijke aristocratie, ook met zwerfvolk van de Poezenboot?  
   • Ook Van Daalen is dik tevreden met de plaatsing van de cypers grijze Dunja en rood met witte Daisy die in het voorjaar zwanger bij het dierentehuis werden binnengebracht.  

Verwante begrippen

• getijgerd

Vertalingen

    1. met een bepaalde tekening in de vacht, bestaande uit onregelmatig gevormde strepen en langgerekte vlekken dwars op de lengterichting, in verschillende kleuren, vaak bruingrijs   

Engels: tabby (en)

Gangbaarheid

• Het woord cypers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "cypers" herkend door:

71 %	van de Nederlanders;
30 %	van de Vlamingen.