cyclotron

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·clo·tron
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘cirkelvormige deeltjesversneller’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • met het voorvoegsel cyclo- en met het achtervoegsel -tron [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cyclotron cyclotrons
verkleinwoord cyclotronnetje cyclotronnetjes

Zelfstandig naamwoord

het cyclotrono

  1. (natuurkunde) magnetische deeltjesversneller met als toepassing o.a. de bestraling van kankerpatiënten
Vertalingen

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen