cyberoorlog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·ber·oor·log
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cyberoorlog cyberoorlogen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de cyberoorlogm

  1. (militair) (informatica) soort oorlogvoering waarbij hackers uit politieke motieven staten aanvallen om te trachten computersystemen te saboteren of te spioneren
    • "Tijdperk van echte cyberoorlog is aangebroken". "Dit een gerichte aanval van Rusland tegen Oekraïne. Het was in het midden van de winter. Mensen hadden dood kunnen gaan als het langer had geduurd.” [1] 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen