cybermisdaad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·ber·mis·daad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cybermisdaad cybermisdaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cybermisdaadv / m

  1. strafbare feiten gepleegd op- of met behulp van computers en het internet
     Abel Baas van internetdienstverlener VPNdiensten.nl is blij met de nieuwe verzekering. ,,Uit cijfers van het CBS blijkt dat ruim 1,5 miljoen Nederlanders wel eens met cybercriminaliteit te maken heeft gehad. Er zijn nu meer cybermisdaden dan woninginbraken.” Volgens hem zal het aantal verzekeraars dat zich op de cybermarkt zal storten, dan ook alleen maar groeien. ,,Commercieel gezien is dit natuurlijk een interessante groeimarkt”, vult hij aan.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 mei 2023 Weblink bron
    Natasja de Groot
    “Verzekeraars storten zich op cybercriminaliteit” (01-09-2020), Tubantia