custos
Uiterlijk
- cus·tos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | custos | custodes |
verkleinwoord | - | - |
de custos m
- (beroep) koster, huisbewaarder
- de onderaan een bladzijde van een boek vermelde eerste lettergreep van het woord dat op het volgende blad staat
- (religie) een gezagsdrager over een custodie. Dit is een onderdeel van een provincie in de orde van de Franciscanen
- Het woord custos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "custos" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ custos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
custos m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | custos | custodēs |
genitief | custodis | custodum |
datief | custodī | custodibus |
accusatief | custodem | custodēs |
vocatief | custos | custodēs |
ablatief | custode | custodibus |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 9 %
- Prevalentie Vlaanderen 11 %
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 3de verbuiging in het Latijn