cultiveert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cultiveert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cul·ti·veert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cultiveren |
cultiveert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cultiveren
- Jij cultiveert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cultiveren
- Hij cultiveert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van cultiveren
- Cultiveert!