crosste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cross·te
Woordherkomst en -opbouw
- cross ww met de uitgang -te; de officiële Herziene Woordenlijst Nederlandse taal uit 1990 gaf bij "crossen" de verleden tijd "crosste", de editie 1995 bevatte voor het eerst spellingregel 12.E en vermeldde "croste"[1][2]
Zelfstandig naamwoord
crosste
- verouderde spelling of vorm van croste tot 1996
- ▸ In de jaren zeventig, toen ik nog op de HBS zat, crosste ik al. Ik kon als een van de eersten prof worden.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'crosste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Herziene Woordenlijst Nederlandse taal (1990) SDU, 's-Gravenhage; ISBN 9012061288; pp. 181, 685
- ↑ Woordenlijst Nederlandse taal (1995) Sdu Uitgevers, Den Haag / Standaard, Antwerpen; ISBN 9075566018; pp. 41, 219, 843
- ↑ Weblink bron Mark Hoogstad“'Ook als tandarts wil ik de beste zijn'” (8 mei 1995) op nrc.nl