crossselling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cross·sel·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit het Engels overgenomen, samenstelling van cross en selling
enkelvoud meervoud
naamwoord crossselling
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de crosssellingv / m

  1. (handel) het verkopen van product(en) die het eerst gekozene product zouden aanvullen
    • Ik kwam crossselling tegen toen ik een broodje bestelde en de verkoopster vroeg of ik er ook iets te drinken bij wilde 
Synoniemen

Gangbaarheid