croûte

Frans

Uitspraak

• Geluid:  croûte    (hulp, bestand)
• IPA: /kʁut/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
croûte	la croûte	croûtes	les croûtes

Zelfstandig naamwoord

croûte v

1. korst
2. (spreektaal) sufferd, domkop
3. (spreektaal) goedkoop, slecht schilderij

Uitdrukkingen en gezegden

• casser la croûte
• vieille croûte

Werkwoord

vervoeging van
croûter

croûte

1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van croûter
2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van croûter
3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van croûter