crisp
Uiterlijk
- crisp
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | crisp | crisps |
| verkleinwoord | - | - |
de crisp m
- (voeding) aardappelchip, chip zn [1]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
crisp
- Het woord crisp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| crisp | crisps |
crisp
- (voeding) (vooral meerv.) aardappelchip, chip zn [1]
| vervoeging | |
|---|---|
| onbepaalde wijs | to crisp |
| he/she/it | crisps |
| verleden tijd | crisped |
| voltooid deelwoord |
crisped |
| onvoltooid deelwoord |
crisping |
| gebiedende wijs | crisp |
crisp
- onovergankelijk (van snacks e.d.) knapperig/krokant worden
- onovergankelijk (sterk) krullen ww , kroezen ww
- overgankelijk knapperig/krokant maken
- overgankelijk doen kroezen/krullen
| stellend | vergrotend | overtreffend |
|---|---|---|
| crisp | crisper | crispest |
crisp
- crisp bn , knapperig, krokant
- bros bn
- nauwgezet, precies
- (meteorologie) (v.h. weer) koud en droog tegelijk
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Voeding in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Meteorologie in het Engels